Knotbomen

Scroll naar onder

Wie zal
er knotten?

Knotten is geen makkelijke klus. Het vergt enige opleiding om juist en veilig te werk te gaan. Beschermende kledij (klik op onderstaande foto) is een must. Een andere gouden regel: werk nooit alleen!
Heb jij geen tijd, vaardigheid of materiaal om te knotten? Registreer je knotbomen en laat ze gratis onderhouden door vrijwillige knotters! Je spreekt onderling af wanneer er geknot wordt, hoe de knotter het terrein betreedt en waar de takkenhopen van het snoeihout komen. In ruil voor het werk krijgt de knotter het brandhout (dikke takken) gratis mee naar huis.

GOED

loodrecht

op groeirichting

FOUT

in de

takkraag

FOUT

horizontaal

GOED

langs

de takkraag

Hoe knotten?

Verwijder indien nodig eerst alle takken onder de knot. Zaag de takken zo dicht mogelijk af tegen de knot, maar zonder de takkraag te beschadigen! De takkraag is het verdikte gedeelte waar de tak begint. In de praktijk staan er na een knotbeurt korte stompjes op de knot met een hoogte gelijk aan de diameter van de afgezaagde takken.

Dunne takken zaag of kap je in één beweging af van boven naar beneden. Dikkere takken zaag je niet meteen tot bij de knot af. Laat eerst een stomp van 20 à 50 cm staan om te voorkomen dat de schors inscheurt en wonden veroorzaakt op de stam. (Zie cijfers 1,2 en 3 op de tekening links).

Houd het wondoppervlak zo klein mogelijk en zorg ervoor dat de wonden glad en aflopend zijn, zodat er geen regenwater in de wonde blijft staan. Zaag in geen geval de knot in model.

Denk aan het evenwicht van de boom en haal niet in één keer alle takken aan één kant weg. Hierdoor zou de boom kunnen scheefzakken, uitscheuren of omvallen.

Van Van boompje tot knotboom

WINTER 6
Eerste knotbeurt; enkele ‘saptrekkers’ laten staan
Voor eik en haagbeuk: uitdunnen van de kruin (ook eventueel wegnemen onderste zijtakken)
WINTER 4
WINTER 4/5
Vóór de eerste knotbeurt
WINTER 4/5
Vóór de eerste knotbeurt
WINTER 3
Op de knot zijn nieuwe twijgen uitgegroeid
Top afzagen op gewenste hoogte en verwijderen van zijtakken (behalve bovenste 20-30 cm)
WINTER 2
WINTER 1
Planten van poot
WINTER 1
Planten van poot
WINTER 1

Van poot tot knotboom

Verwijderen van scheuten op de stam (behalve bovenste 20-30 cm)
GROEISEIZOEN 1
Verwijderen van scheuten op de stam (behalve bovenste 20-30 cm)
Verwijderen van scheuten op de stam (behalve bovenste 20-30 cm)
Na de eerste knotbeurt
WINTER 4/5
Na de eerste knotbeurt
Na de eerste knotbeurt
Vóór de eerste knotbeurt
WINTER 4/5
WINTER 4/5
Vóór de eerste knotbeurt
WINTER 4/5
Vóór de eerste knotbeurt
Planten van poot
WINTER 1
WINTER 1
Planten van poot
WINTER 1
Planten van poot
WINTER 1

GROEISNELHEID

SOORTEN

OMLOOPTIJD (JAAR)

snel

wilg, populier

3-6

matig

els, es, linde, veldesdoorn

6-10

traag

eik, haagbeuk

8-12

Richtwaarden
voor de omlooptijd
Hoe bekom je een knotboom?

Van wilgen en populieren kan je simpelweg een tak in de grond steken en deze zal spontaan wortelen en uitgroeien tot een boom. Voor andere boomsoorten werkt het eenvoudige ‘tak-in-de-grondprincipe’ helaas niet. Wil je dus een es, eik, haagbeuk... planten dan moet je starten met een jong boompje met een wortelkluit. Je hoeft evenwel geen voorgeknotte boom te kopen. In de eerste jaren na de aanplant maak je door gerichte snoei van de boom een knotboom. Deze snoei pak je anders aan naargelang de boom geplant is als poot (wilg en populier) of als boompje met wortelkluit (andere soorten).

Een knotboom is geen soort op zich, maar het resultaat van een snoeiwijze: het knotten. Je kan van heel wat boomsoorten een knotboom maken door de stam op een bepaalde hoogte af te zagen. Vaak gebeurt dit op 2 tot 4 meter hoogte. Op de ingekorte stam zal een krans van nieuwe takken groeien, ‘de pruik’. Deze takken worden om de 3 tot 12 jaar tot bijna tegen de stam afgezaagd. We noemen dit ‘afzetten’. Door de vorming van wondweefsel op de snijvlakken ontstaat een bolvormige verdikking op de stam, de ‘knot’. Na elke knotbeurt groeien uit de knot nieuwe takken en zo kan je telkens opnieuw hout oogsten van dezelfde boom.

Wilg en populier zijn courante boomsoorten die in onze regio geknot worden. Maar ook els, es, haagbeuk, veldesdoorn en eik tref je hier in knotvorm aan.

Wat is
een knotboom?
Wanneer
knotten?

Het normale onderhoud van een knotboom houdt in dat je om de 3 à 12 jaar alle takken afzaagt tot tegen de knot. De tijd tussen twee knotbeurten (de ‘omlooptijd’) is afhankelijk van de boomsoort en de gewenste dikte van de takken. Hoe dikker de takken op de knot worden, hoe groter de snoeiwonden, waardoor de kans op inrotten en infecties vergroot. Bovendien kunnen de hoge en zware takken uitscheuren. Als vuistregel stellen we voorop dat je de takken niet dikker laat worden dan 10 cm.

Knotten doe je in de winter (november – maart), dus als de boom geen bladeren heeft. Knot niet bij temperaturen van minder dan -5°C. Zo voorkom je vorstschade aan de snoeiwonde. Ontstaan er na een knotbeurt nog scheuten op de stam, verwijder deze dan in de lente of de zomer. Twee jaar na een knotbeurt kan de kroon eventueel ‘gestikt’ of ‘gelicht’ worden. Daarbij worden de nieuwe uitlopers uitgedund tot er 6 à 12 mooie rechte takken overblijven waarin de boom al zijn energie steekt. Deze handeling uitvoeren is evenwel geen must.

Waarom
knotten?

Knotbomen vervulden door de eeuwen heen belangrijke functies in het dagelijkse leven. Ze zorgden voor brandhout en geriefhout, hielpen weilanden draineren, bakenden percelen af of deden dienst als windscherm. Nu zijn knotbomen vooral nog geliefd omwille van het brandhout dat elke knotbeurt oplevert. Maar ook bij dieren zijn ze geliefd. Insecten, vogels, vleermuizen en kleine marterachtigen vinden er nest- en schuilgelegenheid. De natuurwaarde van knotbomen valt niet te onderschatten.

Laat je knotbomen gratis knotten door vrijwilligers

Knotbomen

FOUT

in de

takkraag

GOED

loodrecht

op groeirichting

FOUT

horizontaal

GOED

langs

de takkraag

Hoe knotten?

Verwijder indien nodig eerst alle takken onder de knot. Zaag de takken zo dicht mogelijk af tegen de knot, maar zonder de takkraag te beschadigen! De takkraag is het verdikte gedeelte waar de tak begint. In de praktijk staan er na een knotbeurt korte stompjes op de knot met een hoogte gelijk aan de diameter van de afgezaagde takken.

Dunne takken zaag of kap je in één beweging af van boven naar beneden. Dikkere takken zaag je niet meteen tot bij de knot af. Laat eerst een stomp van 20 à 50 cm staan om te voorkomen dat de schors inscheurt en wonden veroorzaakt op de stam. (Zie cijfers 1,2 en 3 op de tekening hieronder).

Houd het wondoppervlak zo klein mogelijk en zorg ervoor dat de wonden glad en aflopend zijn, zodat er geen regenwater in de wonde blijft staan. Zaag in geen geval de knot in model.

Denk aan het evenwicht van de boom en haal niet in één keer alle takken aan één kant weg. Hierdoor zou de boom kunnen scheefzakken, uitscheuren of omvallen.

Wie zal
er knotten?

Knotten is geen makkelijke klus. Het vergt enige opleiding om juist en veilig te werk te gaan. Beschermende kledij (klik op onderstaande foto) is een must. Een andere gouden regel: werk nooit alleen!
Heb jij geen tijd, vaardigheid of materiaal om te knotten? Registreer je knotbomen en laat ze gratis onderhouden door vrijwillige knotters! Je spreekt onderling af wanneer er geknot wordt, hoe de knotter het terrein betreedt en waar de takkenhopen van het snoeihout komen. In ruil voor het werk krijgt de knotter het brandhout (dikke takken) gratis mee naar huis.

Eerste knotbeurt; enkele ‘saptrekkers’ laten staan
WINTER 6
Na de eerste knotbeurt
WINTER 4/5
Voor eik en haagbeuk: uitdunnen van de kruin (ook eventueel wegnemen onderste zijtakken)
WINTER 4
WINTER 4/5
Vóór de eerste knotbeurt
WINTER 4/5
Vóór de eerste knotbeurt
Op de knot zijn nieuwe twijgen uitgegroeid
WINTER 3
Vóór de eerste knotbeurt
WINTER 4/5
WINTER 4/5
Vóór de eerste knotbeurt
WINTER 4/5
Vóór de eerste knotbeurt
Verwijderen van scheuten op de stam (behalve bovenste 20-30 cm)
GROEISEIZOEN 1
Verwijderen van scheuten op de stam (behalve bovenste 20-30 cm)
Verwijderen van scheuten op de stam (behalve bovenste 20-30 cm)
Top afzagen op gewenste hoogte en verwijderen van zijtakken (behalve bovenste 20-30 cm)
WINTER 2
WINTER 1
Planten van poot
WINTER 1
Planten van poot
WINTER 1
Planten van poot
WINTER 1
Planten van poot
WINTER 1
Planten van poot
WINTER 1

Van poot tot knotboom

Van Van boompje tot knotboom

GROEISNELHEID

SOORTEN

OMLOOPTIJD (JAAR)

snel

wilg, populier

3-6

matig

els, es, linde, veldesdoorn

6-10

traag

eik, haagbeuk

8-12

Richtwaarden
voor de omlooptijd
Wanneer
knotten?

Het normale onderhoud van een knotboom houdt in dat je om de 3 à 12 jaar alle takken afzaagt tot tegen de knot. De tijd tussen twee knotbeurten (de ‘omlooptijd’) is afhankelijk van de boomsoort en de gewenste dikte van de takken. Hoe dikker de takken op de knot worden, hoe groter de snoeiwonden, waardoor de kans op inrotten en infecties vergroot. Bovendien kunnen de hoge en zware takken uitscheuren. Als vuistregel stellen we voorop dat je de takken niet dikker laat worden dan 10 cm.

Knotten doe je in de winter (november – maart), dus als de boom geen bladeren heeft. Knot niet bij temperaturen van minder dan -5°C. Zo voorkom je vorstschade aan de snoeiwonde. Ontstaan er na een knotbeurt nog scheuten op de stam, verwijder deze dan in de lente of de zomer. Twee jaar na een knotbeurt kan de kroon eventueel ‘gestikt’ of ‘gelicht’ worden. Daarbij worden de nieuwe uitlopers uitgedund tot er 6 à 12 mooie rechte takken overblijven waarin de boom al zijn energie steekt. Deze handeling uitvoeren is evenwel geen must.

Hoe bekom je een knotboom?

Van wilgen en populieren kan je simpelweg een tak in de grond steken en deze zal spontaan wortelen en uitgroeien tot een boom. Voor andere boomsoorten werkt het eenvoudige ‘tak-in-de-grondprincipe’ helaas niet. Wil je dus een es, eik, haagbeuk... planten dan moet je starten met een jong boompje met een wortelkluit. Je hoeft evenwel geen voorgeknotte boom te kopen. In de eerste jaren na de aanplant maak je door gerichte snoei van de boom een knotboom. Deze snoei pak je anders aan naargelang de boom geplant is als poot (wilg en populier) of als boompje met wortelkluit (andere soorten).

Scroll naar onder

Een knotboom is geen soort op zich, maar het resultaat van een snoeiwijze: het knotten. Je kan van heel wat boomsoorten een knotboom maken door de stam op een bepaalde hoogte af te zagen. Vaak gebeurt dit op 2 tot 4 meter hoogte. Op de ingekorte stam zal een krans van nieuwe takken groeien, ‘de pruik’. Deze takken worden om de 3 tot 12 jaar tot bijna tegen de stam afgezaagd. We noemen dit ‘afzetten’. Door de vorming van wondweefsel op de snijvlakken ontstaat een bolvormige verdikking op de stam, de ‘knot’. Na elke knotbeurt groeien uit de knot nieuwe takken en zo kan je telkens opnieuw hout oogsten van dezelfde boom.

Wilg en populier zijn courante boomsoorten die in onze regio geknot worden. Maar ook els, es, haagbeuk, veldesdoorn en eik tref je hier in knotvorm aan.

Wat is
een knotboom?

Laat je knotbomen gratis knotten door vrijwilligers

Knotbomen vervulden door de eeuwen heen belangrijke functies in het dagelijkse leven. Ze zorgden voor brandhout en geriefhout, hielpen weilanden draineren, bakenden percelen af of deden dienst als windscherm. Nu zijn knotbomen vooral nog geliefd omwille van het brandhout dat elke knotbeurt oplevert. Maar ook bij dieren zijn ze geliefd. Insecten, vogels, vleermuizen en kleine marterachtigen vinden er nest- en schuilgelegenheid. De natuurwaarde van knotbomen valt niet te onderschatten.

Waarom
knotten?