“Hallo, doen jullie ook bloemenweides?” Deze vraag krijgen onze landschapsconsulenten steeds vaker aan de telefoon. Hun antwoord luidt: “In zekere zin wel, maar wij spreken liever over zoemrijke graslanden, een term die de lading beter dekt.”

Inwoners van het platteland kunnen onder bepaalde voorwaarden rekenen op advies, ontwerp, aanleg en beheer van een zoemrijk grasland. Zo’n grasland is in de lente en zomer niet alleen een streling voor het oog. Van april tot oktober gonst het er ook van het kleine leven: bijen, vlinders, sprinkhanen, kevers,… zoeken er ongestoord naar voedsel, leggen er eitjes, schuilen er voor onweer en vijanden,… Insecten zijn goed voor mens en dier. Ze zorgen voor bestuiving én ze zijn een belangrijke bron van voedsel voor vogels, vleermuizen, amfibieën,… Kortom, zoemrijke graslanden zijn een zegen voor ons landschap en de natuur.

Een bloeiende en zoemende plantenrijkdom tover je niet zomaar uit je hoed. Er komt heel wat voorbereiding, opvolging en geduld bij kijken. We zetten de belangrijke stappen voor een geslaagd zoemrijk grasland even op een rij.

• Leent het terrein er zich toe? (bodemgesteldheid, grondwatertafel, wordt het belopen?...)

• Heb je de mogelijkheid (tijd, middelen, expertise,…) om het minstens 2 keer per jaar te maaien/hooien? 

• Eventueel de bodem bewerken (zaaiklaar leggen) en eind september inzaaien met inheemse kruiden (zie alinea ‘Gras en kruiden van bij ons’)

• Niet bemesten: bloemen groeien hierdoor beter dan gras

• Geen bestrijdingsmiddelen: de natuur regelt het zelf

• Selectief maaien, laten drogen en afvoeren in juli en eind september. Een weet: het kruidenrijke hooi is ideaal schapen- of paardenvoeder

Dit stappenplan volgen, geeft je niet altijd garantie op succes, weten de landschapsconsulenten uit ervaring. Er zijn immers heel wat factoren in het spel. Werd een terrein de voorbije jaren gebruikt als intensieve graasweide, dan leent die zich zéér moeilijk tot het omvormen naar een zoemrijk grasland. Droge zomers helpen de ingezaaide kruiden in hun strijd tegen de ongewenste grassen. Bodemverdichting door te zware (maai)machines die alle zuurstof uit de bodem persen, speelt in de kaart van storende soorten als ridderzuring en pitrus. Ook de omgeving speelt een rol. De nabijheid van grote partijen sterk uitzaaiende planten zoals akkerdistel kan de opkomst van het mengsel verstoren en vooral ook het gewenste maairegime bemoeilijken.

Voor de aanleg van een zoemrijk grasland zaaien we een mengsel van kruiden en ijle grassoorten in. Deze grassoorten groeien minder dens en vormen zo minder concurrentie voor de kruiden. Het betreft inheemse, maar vaak verdwenen soorten. Onderstaande soorten zitten in de zaaischort van de landschapsconsulent.